Je kent het wel: onderhoudsgeld (of ‘alimentatie’), het geld dat iemand regelmatig stort aan een kind, ex-partner, ouder … om bij te springen in zijn of haar financieel onderhoud. De rechter heeft dit beslist of het is overeengekomen, bijvoorbeeld in een echtscheidingsovereenkomst. Hoe en wanneer kan je dit alimentatiegeld aftrekken van je belastbaar inkomen?
Vier voorwaarden voor fiscale inbreng
Er moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan om het betaalde onderhoudsgeld te mogen inbrengen in je inkomstenbelasting.
1. Het onderhoudsgeld wordt betaald omdat er een wettelijke onderhoudsverplichting is.
Bijvoorbeeld: de wet bepaalt dat iedere ouder verplicht is bij te dragen in het onderhoud van zijn of haar kinderen. Daarnaast bestaan er onderhoudsverplichtingen voor onder meer: (ex-)echtgenoten en wettelijk samenwonenden, kleinkinderen, ouders en grootouders.
Voor minderjarige kinderen en meerderjarige studerende kinderen is er altijd een onderhoudsverplichting. Voor de anderen is die er alleen maar wanneer zij behoeftig zijn.
2. Ontvanger en betaler van het onderhoudsgeld behoren niet tot hetzelfde gezin.
Hier rijst natuurlijk de vraag: wat bij co-ouderschap? Wanneer je een co-ouderschapsregeling hebt met je ex-partner, slaat het onderhoudsgeld op de periode waarin de kinderen niet bij jou zijn. Let wel, je mag alleen onderhoudsgeld fiscaal inbrengen van kinderen die je niet fiscaal ten laste hebt. En je kan de belastingsaftrek ook niet combineren met fiscaal co-ouderschap. De berekening van het voordeel dat je haalt uit fiscaal co-ouderschap is complex en afhankelijk van veel factoren. Hier een algemeen beeld van geven, is quasi onmogelijk.
3. Het onderhoudsgeld wordt regelmatig betaald.
Dit kan wekelijks of maandelijks zijn, maar dat is niet noodzakelijk. Zo worden ook betalingen aanvaard die onder bepaalde omstandigheden herhaald worden, bijvoorbeeld het aanvullen van een kindrekening als het saldo ontoereikend is.
4. Documenten en bewijzen voorleggen
Ten slotte moet je documenten kunnen voorleggen die aantonen dat het onderhoudsgeld werkelijk betaald werd én aan wie je betaalde. Dit bewijs je heel eenvoudig met bankrekeninguittreksels. Hou deze dus goed bij!
Berekenen wat je kan recupereren
Bereken eerst hoeveel onderhoudsgeld je werkelijk betaalde. Het onderhoudsgeld is aftrekbaar in de personenbelasting dus je kijkt naar een specifiek inkomstenjaar.
Laten we inkomstenjaar 2020 nemen (dit is aanslagjaar 2021). Linde en Joris (fictieve namen) zijn sinds 2018 gescheiden en hebben 2 kinderen. Ze zijn gescheiden in onderlinge toestemming en kwamen overeen dat Linde elke maand €100 onderhoudsgeld betaalt per kind en dat beiden elke maand €100 storten op de kindrekening. De 2 kinderen zullen fiscaal ten laste staan bij Joris. En er is een week/week-regeling.
Joris zal niks kunnen inbrengen op zijn belastingsaangifte aangezien hij al het fiscale voordeel heeft van de kinderen ten laste. Linde, kan er wel aanspraak op maken: zij betaalt elke maand €300 onderhoudsgeld, wat neerkomt op €3600 per jaar. Zij moet dit werkelijk betaalde bedrag invullen in vak VIII ‘Aftrekbare vorige verliezen en bestedingen’, punt 2.
En dan de berekening: Linde had in 2020 een netto-inkomen van €22.880. Daarmee belandt zij in de tweede inkomensschijf. Zij kan 80% van het werkelijk betaalde onderhoudsgeld aftrekken. In haar geval: 80% van €3600, dat is €2.880. Mocht Linde de alimentatie niet inbrengen, dan betaalt zij op dit bedrag €1.152 belasting, want het belastingtarief in de tweede inkomensschijf is 40%. Linde kan dus €1.152 recupereren.