Je hebt een overeenkomst waarin staat hoeveel onderhoudsgeld (alimentatie) voor de kinderen er maandelijks moet worden betaald. Maar wat gebeurt daarmee in deze coronatijden, als je werk en dus je inkomen wegvalt? En welke rol kan bemiddeling daarin spelen? We bekijken het verhaal van Jan en Mia.
Het koppel sloot in 2018 een bemiddelingsakkoord over de kosten van de kinderen. Jan betaalt een maandelijkse onderhoudsbijdrage en komt ook voor de helft tussen in de buitengewone kosten van de kinderen.
Hij heeft een goed draaiende zaak in de culturele sector, maar door de corona-uitbraak viel alles stil en ziet ook de toekomst er niet goed uit. Jan ziet dat zijn inkomsten opdrogen, maar Mia blijft wel de kinderalimentatie vragen en wil niet van vermindering weten.
Is corona overmacht?
De vraag is nu: kan Jan de betalingen stopzetten vanwege ‘overmacht’ door corona? Overmacht betekent dat er iets gebeurt buiten Jan zijn wil om, waar hij niets kan aan doen en waardoor hij niet kan betalen.
Dus ja, corona is overmacht, maar daarom bevrijdt het Jan nog niet automatisch van zijn betaalverplichting.
Trekt Jan hiermee naar de rechtbank, dan zal er worden gekeken naar zijn financiële mogelijkheden. Pas als hij echt op droog zaad zit, komt de betaling te vervallen.
In de overeenkomst tussen Jan en Mia staat vermoedelijk dat kinderalimentatie kan wijzigen als ‘nieuwe omstandigheden’, ‘buiten de wil om’ optreden. Het is aan de rechter om te bepalen of overmacht door corona hieronder valt. Bovendien zal de rechter een wijziging pas toestaan als die in het voordeel is van de kinderen.
Jan begeeft zich dan ook op glad ijs. Hij zal hoogstens gedaan krijgen dat hij de kinderalimentatie tijdelijk niet moet betalen of gedeeltelijk moet betalen. Hij zal ook later de achterstal moeten betalen.
Wat kan bemiddeling doen?
In een goede overeenkomst staat een bemiddelingsclausule. Het is dus mogelijk voor Jan en Mia om samen met een familiaal bemiddelaar de gewijzigde situatie te bespreken en te kijken wat de weerslag is op hun eigen situatie. Ook hier zal de bemiddelaar de kinderen centraal stellen. Wanneer Jan en Mia luisteren naar elkaar, kan er begrip ontstaan voor de beide situaties en komen zij bijna zeker tot een vergelijk.
Wouter De Canck – bemiddelaar