Waar gaan de kinderen wonen?

De verblijfsregeling van de kinderen wordt gelijkmatig verdeeld tussen beide partners. Dat is het uitgangspunt van de gewijzigde wet van 2006. Het is de zogenaamde ‘klassieke verblijfsregeling’ waarbij de kinderen één week bij de ene ouder en de andere week bij de andere ouder wonen.
Komen de ouders niet overeen over een gelijkmatige verblijfsregeling van de kinderen dan zal de rechter oordelen en zal eerst gekeken worden of een gelijkmatige verblijfsregeling aangewezen is. Beslist de rechtbank dat de gelijkmatige verblijfsregeling niet aangewezen is, dan zal de rechter dat op een bijzondere wijze motiveren.

Bepalend in de beslissing is het belang van het kind en het belang van de ouders. Daarnaast spelen ook de leeftijd van de kinderen en de mening van het kind een rol. Vanaf 12 jaar wordt het kind uitgenodigd om hierover gehoord te worden door de rechter. Ook wanneer de ouders te ver uit elkaar wonen of niet beschikbaar zijn voor de kinderen, kan de rechter beslissen om de kinderen bij één ouder te laten wonen.
De rechter zal altijd een verblijfsregeling proberen te bereiken die de veiligheid en de stabiliteit van de kinderen ondersteunt.

Er wordt ook rekening gehouden met de al bestaande verblijfsregeling. Verloopt die vlot en zonder noemenswaardige problemen dan zal de rechtbank niet geneigd zijn daar verandering in te brengen.

Wat met de kinderen?

Alleen de beide ouders hebben het gezamenlijk ouderlijk gezag.
‘Gezamenlijk’ betekent dat ze tot een overeenstemming moeten komen over de organisatie van de huisvesting van de kinderen en alle belangrijke beslissingen (zoals over hun gezondheid, hun opvoeding, hun studies, vrije tijd, de religieuze of filosofische oriëntatie,…).

Bij onenigheid of als een beslissing niet gezamenlijk is genomen, kan je naar de familierechter gaan die zal oordelen in het belang van het kind. Is er een dringende beslissing nodig (vb . schoolkeuze), dan kan je naar de kortgedingrechter stappen.

Zelfs wanneer een kind exclusief bij één ouder woont, behoudt de andere ouder mee het ouderlijk gezag. De ouder bij wie de kinderen wonen, overlegt gezamenlijk met de andere partner over alle maatregelen die met de kinderen te maken hebben. Die regeling geldt voor alle kinderen, of hun ouders nu getrouwd zijn of niet, en wat ook de evolutie van hun onderlinge relatie mag zijn. Het ouderlijk gezag is gebaseerd op de afstamming.
In uitzonderlijke gevallen kan de rechter het ouderlijk gezag geheel of gedeeltelijk aan één ouder toekennen.

Mag ik meubels meenemen als ik vertrek?

Of je nu getrouwd bent, wettelijk of feitelijk samenwoont, je mag je meubels meenemen. De meubelen die je samen met je partner bezit, moeten jullie onderling verdelen.

Wanneer je samenwoont, kan het natuurlijk moeilijk zijn om te bewijzen wat van wie is. Je kan alle rechtsmiddelen gebruiken en vooral door facturen of andere documenten bewijzen dat het eigendom van jou is. Bij je huwelijk kies je voor een huwelijksvermogenstelsel dat bepaalt wat de eigen bezittingen zijn en wat de gemeenschappelijke goederen zijn. Kleding of bezittingen die verband houden met je beroep en goederen die je geërfd hebt, mag je bijna altijd meenemen.

Mag ik de sloten van de woning laten vervangen?

Als je getrouwd bent of wettelijk samenwoont, geniet de gemeenschappelijke woning bescherming en kan je niet plots de sloten veranderen, zelfs niet wanneer je de enige eigenaar zou zijn. De rechter zal in het kader van een procedure beslissen welke partner in de gemeenschappelijke woning verder mag wonen. Zolang er geen uitspraak is van de rechter kan elke partner de gezinswoning binnengaan en zelfs de eventuele nieuwe sloten laten openbreken.

Als je niet getrouwd bent, kan je niet genieten van de bescherming van de gezinswoning en hangen je rechten af van de eigendomsakte of het huurcontract. Als je geen eigenaar bent en geen huurder, dan heb je geen enkele bescherming, zelfs al ben je gedomicilieerd op het adres van de gemeenschappelijke woning en heb je kinderen met je partner.

Mag ik op een andere plaats gaan wonen?

Het huwelijk en het wettelijk samenwonen beschermen de gemeenschappelijke woning maar leggen je ook verplichtingen op in verband met de schulden van de woning en de lasten van jullie gemeenschappelijk huishouden. Als je de gemeenschappelijke woning verlaat zonder tussenkomst van een rechter of zonder een gezamenlijk akkoord tussen beide partijen, dan stel je je kwetsbaar op en kan je nog aangesproken worden voor alle schulden en lasten van het gemeenschappelijk huishouden.

Als je gehuwd bent, kan het huwelijk alleen door een juridische procedure worden beëindigd. Het wettelijk samenwonen kan worden beëindigd door een simpele verklaring die je alleen of samen met je ex-partner aflegt bij het gemeentebestuur.
De partijen kunnen aan de rechter vragen om maatregelen te nemen, die voor een welbepaalde tijd gelden. Meestal gelden ze voor maximaal één jaar. Eén van de dringende maatregelen die je aan de rechter kan vragen, is om de gemeenschappelijke woning te mogen verlaten en alleen op een andere plaats te gaan wonen.

Hoorrecht: kinderen bij de rechter

Vanaf wanneer?

Kinderen vanaf 12 jaar worden opgeroepen om gehoord te worden door de rechter. Zij zijn niet verplicht om te gaan.
De kinderen worden ook niet altijd opgeroepen: wanneer de discussie alleen gaat over het bedrag van  de onderhoudsbijdrage, krijgen de kinderen geen brief.
Kinderen onder de 12 jaar worden niet ingelicht over hun hoorrecht. Zij kunnen zelf wel een brief schrijven om gehoord te worden, of hun ouders kunnen het vragen. De rechter kan hen ook ambtshalve horen.

Waar?

Het gesprek gaat door in het kabinet van de rechter zonder dat de vader en de moeder erbij zijn. Meestal is dit op woensdagnamiddag. Van dit gesprek wordt een verslag gemaakt dat door de ouders kan worden gelezen.
Het verslag wordt soms door de ouders als bewijsmiddel gebruikt in de gerechtelijke procedure.

Veilig?

Voor het kind is het hoorrecht niet altijd veilig: het kind is door zijn afstamming loyaal aan zijn vader en moeder en wordt voor een keuze gesteld die hij/zij niet gevraagd heeft. Het kind weet ook nooit voor 100 % wat er met het verslag gaat gebeuren. Wanneer kinderen gehoord worden,  weten zij vaak niet waarover hun ouders ruzie hebben. Of zoals een rechter het onlangs treffend op een studiedag  stelde: “ de ouders leggen de verantwoordelijkheid voor de beslissingen over hun kinderen al te snel bij een rechter. ”
Hou uw kinderen uit de strijd en kies resoluut voor bemiddeling.

Wettelijk samenwonen beëindigen

Het wettelijk samenwonen kan eenzijdig beëindigd worden of in onderlinge toestemming. 
Als een partner  de relatie éénzijdig wil beëindigen legt hij een verklaring af bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de woonplaats. 
De ambtenaar laat de beëindiging betekenen binnen de acht dagen aan de andere partner. De kosten van de betekening betaalt de partner die de relatie beëindigt en variëren tussen 75 EUR en 250 EUR. Een feitelijke scheiding tussen de partners leidt niet tot het einde van de wettelijke samenwoning, een verklaring is noodzakelijk. 

Partners kunnen samen een verklaring van beëindiging afleggen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand. Hoewel niet wettelijk vereist, wordt toch gevraagd dat de partners persoonlijk verschijnen. 

Wanneer de eenzijdige beëindiging abrupt is gebeurd, kan een partner een partneralimentatie vorderen voor de Familierechtbank. Een wettelijke grondslag hiervoor is er niet aangezien het wettelijk samenwonen een ” zakelijk” instituut is, niet gekoppeld aan een affectieve en sexuele band en losgekoppeld van verwantschap. Er is geen wettelijke georganiseerde solidariteit terwijl dit voor gehuwden wel het geval is. 

De meerderheid van de actuele rechtspraak ( 2017) staat echter negatief tegen het toekennen van een partneralimentatie, hoewel het toekennen ervan wel gerechtvaardigd is als gevolg van het einde van het wettelijk samenwonen. 

De partner stelt zijn verzoek in binnen de drie maanden na het beëindigen van de wettelijke samenwoning en de alimentatie kan maximaal één jaar worden toegekend.

Voor de kinderen kunnen de partners een regeling uitwerken in een onderhandse of authentieke akte. Wat de partners zelf regelen voor de kinderen ontsnapt aan een rechterlijke controle als de overeenkomst niet aan een homologatie door de rechtbank wordt voorgelegd. 

Slagen de partners er niet in om een regeling over de kinderen uit te werken, dan kunnen zij maatregelen vragen aan de Familierechtbank in het kader van dringende voorlopige maatregelen. 

( oktober 2017- bron: Wettelijk samenwonen, Lynn De Schrijver)

Week-weekregeling en onderhoudsgeld

Deze week kwam een vader op consultatie en wou een week-week regeling voor de kinderen omdat hij dan geen onderhoudsgeld voor de kinderen moet betalen. Althans, dat dacht hij.

Een hardnekkig misverstand met een taai leven!

Zeggen dat je de kinderen in een gelijkmatige verblijfsco-ouderschap wilt, betekent niet dat je geen onderhoudsgeld voor de kinderen betaalt.

De bijdrage van elke partner in het onderhoud en de opvoeding van de kinderen wordt berekend naar de financiële draagkracht van de partijen. Verdient één partner substantieel meer dan de andere partner dan zal hij méér moeten bijdragen. De bijdrageplicht van de ouders is evenredig met hun inkomen en hun mogelijkheden.

Meestal weigert een partner om onderhoudsgeld te betalen omdat hij/zij boos is op de andere partner. De noden en de behoeften van de kinderen worden dan niet gezien. Ouders zitten dan zo in de strijd dat ze niet meer helder kunnen denken en al te impulsief handelen.

Als je dan nog eens doorvraagt hoe de partner dan de week-week regeling praktisch gaat invullen heeft men daar nog niet goed over nagedacht.

Partners kunnen het ook anders organiseren en resoluut kiezen voor scheidingsbemiddeling. Ga naar www.wouterdecanck.be en laat jou en jouw partner begeleiden bij een snelle, goedkope oplossing en draai gerust en opgelucht deze moeilijke pagina in jouw leven om. Jouw kinderen ondervinden dan ook zo weinig mogelijk schade van de scheiding

Krijg ik mijn eigen geld terug na feitelijk samenwonen?

Een vrouw vraagt op het einde van een drie jaar feitelijke relatie de terugbetaling van een cheque van 120.000 EUR die zij op de rekening van haar partner gestort heeft. De man heeft deze gelden gebruikt voor werken aan de woning, die zijn eigendom is. Na het einde van de feitelijke relatie verlaat mevrouw de woning en vraagt haar geld terug. De man erkent dat er 120.000 EUR is gestort op zijn rekening.

Meneer weigert dit bedrag terug te betalen en beweert dat er tussen hen geen overeenkomst bestaat die hem verplicht om dit geld terug te storten.

Hij zegt dat zijn ex-partner “met volle kennis van zaken en vrijwillig” de som heeft gestort op zijn rekening.
In eerste instantie krijgt de man gelijk. De vrouw heeft een fout gemaakt door geen geschrift op te stellen, of had duidelijke afspraken moeten maken omtrent de transactie. Het is niet aan de rechter om deze nalatigheid van de vrouw te herstellen omdat de vrouw deze transactie zelf gewild heeft. Feitelijk samenwoners lopen meer risico’s maar hebben bewust voor deze samenlevingsvorm gekozen.

De vrouw gaat echter verder en tekent cassatieberoep aan. Met succes.

Het is niet omdat er geen bewijs is van een overeenkomst tussen de partners dat zij haar aanspraken niet hard kan maken. Zij beroept zich op de figuur van de verrijking zonder oorzaak: als er een verband tussen het verarmde vermogen van de vrouw ( – 120.000 EUR) en het verrijkte vermogen van de man ( verbouwingswerken woning) ontstaat er een grondslag tot vergoeding ook al is er geen geschreven bewijs van de transactie tussen de partners.

Met scheidingsbemiddeling benaderen we deze situatie op een totaal andere manier en kijken we naar de achterliggende redenen waarom de man dit niet wil terugbetalen. Hij zal daar waarschijnlijk wel een goede reden voor hebben, net zoals de vrouw een goede reden heeft om dit terug te vragen. Kies resoluut voor wouterdecanck.be of bel naar 09/366.46.50.
( Hof van Cassatie, 9 juni 2017, T.Fam 2017/10, 169).

Krijgt gescheiden meewerkende vrouw een vergoeding?

Noël is beenhouwer en baat zijn eigen slagerij uit als hij Chantal leert kennen. Zij huwen met een huwelijkscontract en met scheiding van goederen. Chantal zegt haar job als kassierster op en helpt mee in de beenhouwerij, zodat Noël niemand in dienst moet nemen.

Jaren later strandt het huwelijk. Gelet op de huwelijksvoorwaarden van de scheiding van goederen, krijgt elke partner  enkel zijn eigen opgebouwd vermogen na de echtscheiding, en behoudt Noël dus zijn beenhouwerij die hij al opgestart had voor het huwelijk. Chantal heeft gedurende het huwelijk in de beenhouwerij gewerkt…maar daarvoor geen werkelijk inkomen ontvangen. Blijft zij dan achter zonder enige vergoeding voor die jarenlange inspanningen?

Toch niet, stelt het Hof van Beroep te Gent.

Chantal kan aan de hand van fiscale aangiftes en documenten van de sociale administratie bewijzen dat Noël zijn vrouw tijdens het huwelijk aangaf als meewerkende echtgenote in de zaak, waarvoor hij destijds een fiscale aftrek genoot, ook al werd Chantal in werkelijkheid niet betaald.

Een vergoeding aan Chantal is volgens de rechter wel degelijk mogelijk, ook al zijn partijen met scheiding van goederen getrouwd : de arbeidsprestaties van Chantal moeten los  worden gezien van de huwelijksrelatie, omdat ze de normale huwelijksverplichtingen en lasten overschrijden. Er is sprake van een professionele relatie, die los staat van de huwelijksrelatie.

De juridische grondslag is de “vermogensverschuiving zonder oorzaak”, ook “ongerechtvaardigde verrijking” genoemd.  De rechter redeneert dat het eigen vermogen van Noël verrijkt werd door de inspanningen en prestaties van Chantal tijdens hun huwelijk in zijn eigen zaak. Deze verrijking nam concreet de vorm aan van een (fiscale-, en loon-) lastenverlaging  in de handelszaak van Noël. Minder lasten is gelijk aan meer winst of vermogen.

Let wel: de prestaties van Chantal kunnen slechts in aanmerking komen voor zover zij een werkelijk, structureel en economisch karakter vertonen, en dus niet enkel sporadisch geweest zijn.

De rechter stelde in het geval van Noël en Chantal een accountant aan als deskundige die de  arbeidsprestaties van Chantal tijdens het huwelijk moet evalueren, alsook de mate waarin zij de normale huwelijksverplichtingen overstegen.  Noël betaalde Chantal uiteindelijk een vergoeding voor de jarenlange prestaties die zij in de beenhouwerij had geleverd.

Scheidingsbemiddeling helpt om zonder getrokken slagersmessen een aanvaardbare oplossing uit te werken voor Noël en Chantal zodat Noël nog veel saucissen kan maken en Chantal van haar nieuwe vrijheid kan genieten. Bel naar 09/ 366 46 50, mail naar kantoor@wouterdecanck.be of contacteer Wouter via de website
(Hof van Beroep Gent 29/06/2017 (11e Kamer), T.Fam 2018/2, 55-62.)