Hoe je als partner aanbrengt dat je wil scheiden en waarom je wil scheiden, is erg belangrijk. Hoe je het zegt, wat je zegt … heeft heel veel gevolgen op het verdere verloop van de scheiding. Ik ga daarom graag even dieper in op de ‘scheidingsmelding’.
Scheiden doe je met twee
‘We gaan uit elkaar’, ‘Wij scheiden’, ‘Wij zijn niet meer samen’ … het lijkt soms alsof partners samen beslissen om een punt te zetten achter de relatie. Dat gebeurt soms, maar het is zelden het geval. Meestal neemt één partner het initiatief (die noemen we de ‘eerste beslisser’). Dat is daarom niet per se de partner die voor het initiële relatieprobleem zorgde, maar het is dus wel de partner die als eerste beslist dat de relatie stopt.
Deze partner heeft in eerste instantie een aanzienlijke ‘voorsprong’. Hij/zij* krijgt tijd om te wikken en te wegen, gewoon te worden aan het idee om zonder de andere partner te leven, om over praktische zaken na te denken en deze al te regelen (in het hoofd of in realiteit).
Wie het initiatief neemt om te scheiden, noemen we ‘eerste beslisser’.
Je zal mij niet horen zeggen dat deze partner het makkelijk heeft. De beslissing om te scheiden gaat gepaard met heel wat kopzorgen. Is het wel het juiste moment? Zal de ander eronder lijden? Hoe gaan de kinderen reageren? Is het niet beter om toch samen te blijven?
Soms stapelen deze zorgelijke gedachten zich zodanig op dat de partner nog maar één uitweg ziet: de scheiding plots aankondigen of opeens weglopen uit de relatie.
Deze partner is klaar om te praten over de praktische regeling van de scheiding.
Is de tweede beslisser ook ‘het slachtoffer’?
Of het nu plots gebeurt of niet, de andere partner (tweede beslisser, hoewel ‘beslisser’ hier relatief is) wordt voor een voldongen feit geplaatst. Dit wil niet zeggen dat deze partner geen aandeel heeft in de relatiebreuk. Misschien maakt hij de relatie al langer onmogelijk, maar ziet daar geen graten in of is er zich niet van bewust. Er zijn evenveel scenario’s als er relaties zijn.
De tweede partner krijgt van de buitenwereld dikwijls meer begrip, hij is het ‘slachtoffer’ dat in de steek wordt gelaten.
De tweede beslisser heeft alleszins meer tijd nodig om de aankondiging te verwerken. Hij zal in de war zijn, verrast of op zijn hoede. Wat heeft hij misgedaan? Hoe kan hij het weer goedmaken? Valt er nog aan de relatie te werken? Waarom zou hij meewerken aan een scheiding die hij niet wil? Hij zoekt naar signalen van hoop en toekomst. Hij voelt zich machteloos en wordt daardoor misschien kwaad.
Deze partner wil meestal vooral praten over het weer vlot krijgen van de relatie. De breuk is voor hem nog niet beslist. Pas wanneer deze partner aanvaardt dat er geen toekomst samen meer is, kan er worden gepraat over regelingen.
Een slechte scheidingsmelding is de ideale voedingsbodem voor een vechtscheiding.
De bemiddelaar kiest geen partij, maar ondersteunt
Voor mij als bemiddelaar maakt het niet uit wie aan de basis van de scheiding ligt, Ik bekijk beide partners als evenwaardig in toedracht en verantwoordelijkheid.
En toch vind ik het belangrijk om het te hebben over hoe iemand de scheiding aanbrengt bij de andere partner. Want, wanneer de eerste beslisser de scheiding opdringt en zijn partner de tijd niet gunt om dit te verwerken, eindigt het meestal in een vechtscheiding.
Denk na over hoe je het zegt!
Wil je scheiden? Besef dan dat jij dit meer wil dan je partner. Dat je er ook al meer klaar voor bent. Je partner heeft recht op een duidelijke en gemotiveerde mededeling. En daar speel ik als bemiddelaar een rol: ik begeleid beide partners in dit proces. Ik help de eerste partner duidelijk te maken waarom hij wil scheiden en dit goed te verwoorden. Tegelijk ondersteun ik de andere partner om de scheiding te aanvaarden. We proberen samen uit het conflict te blijven. Dat kan alleen maar als je resoluut voor scheidingsbemiddeling kiest waarbij beide partners inzicht krijgen in het beslissingsproces en er erkenning is voor elkaars gevoelens.
Heb je hierover vragen? Stel ze gerust.
Wouter De Canck – scheidingsbemiddelaar – advocaat* Voor de leesbaarheid schrijven we steeds ‘hij’, maar dit kan natuurlijk m/v/x zijn.